Verhalen

Hier treft u een verzameling verhalen welke o.a. ook gepubliceerd zijn geweest in het weekkrantje 'De Wiezer'. Het nieuwste verhaal staat bovenaan en voor de oudere verhalen verwijzen wij u naar Mijnstadmijndorp. Veel leesplezier!

Oud zeer in de Aalstallen in Aa of Regge

 

Dit artikel begint met oud zeer. Over de lokale palingvisserijen in de Regge. Het oude woord voor paling is aal. Toen ik een aantal jaren geleden Marie Westerink (Keppelinks Marie) sprak over het oude erve Keppelink, vertelde ze mij dat het Keppelink vroeger twee visserijen in de Regge had gehad. Maar dat hen dat was afgenomen. Wanneer dat wist ze niet. Ze had destijds een vraag; zou jij dat nog kunnen terugvinden? Met die vraag en wat gegevens die ik van haar kreeg ging ik destijds wat spitten en wroeten in de archieven in Zwolle.

 

Dat Marie Westerink dit nog zo wist vond ik bijzonder, des te meer omdat het later bleek dat het al zo lang was geleden gebeurd. Iets van een oud zeer. Hier volgt het verhaal. Dat de voormalige marken IJpelo, Rectum, Zuna en Notter vroeger visserijrechten en visserijen bezaten, bewijzen oude papieren uit het Staten Archief van Overijssel (1720-1751). In doos 840 van het Staten Archief, bevinden zich stukken die ons wat laten lezen over de bewoners en schippers van Enter en over de boeren van de genoemde buurtschappen. Het is niet altijd zo gebroederlijk geweest tussen Enter en de vier buurschappen. In de oude Markeboeken van Rectum (1567-1848) wordt met regelmaat vermeld dat er weer illegaal Entersen zitten te vissen in de Rectummer of IJpelosche vistuinen of in de Aa-stroom. Herhaaldelijk wordt hen het visgerei afgenomen en krijgen ze een boete. Dit was voor de boeren een inbreuk op hun rechten en inkomsten die ze bezaten in de Regge of Aa-stroom.

 

Een probleem van een ander kaliber waren de schippers van Enter die zich in de jaren 1720 tot 1751 beklaagden bij de Staten van Overijssel. Ze werden in hun kostwinning tegengewerkt door de boeren van IJpelo, Rectum, Zuna en Notter. De meer dan 150 schuiten die goederen transporteren naar en van het Münsterland en Twente, hadden last van de maar liefst 23 grote aalstallen die men daar al eeuwen hield. De zogenaamde Weideluijden of Stalsetters belemmerden het water, door het oprichten en zetten van tuinen (gevlochten biezen hekken). Deze zijn zodanig met riet en hout bezet, dat het water daardoor kan passeren, maar dat het water zich schut of

opslaat in de stal. In deze stal werden ook korven geplaatst met soms slachtafval zodat de paling zich mooi dik kon vreten. Door dat het water zich zo opstuwde, stond het soms wel een voet hoger aan het begin van de stal dan aan het einde. Hierdoor ontstonden achter de stal dan ook zeer diepe kolken door de sterke stroom. Als de schipper met een lange schipboom de grond probeerde te raken, kon de bodem niet gevonden worden om af te zetten. En waarbij dan bij tegenwind, de op- en doorvaart van de schuiten dit zeer moeilijk maakte. Stroomafwaarts na deze kolken werd de rivier breder en zeer ondiep.

 

Zo is gebleken dat bij natte jaren in de zomer door ‘sware donderschoeren en stortregens alle hooij en weijdelanden omtrent deze rivier gelegen, geheel en al onder het water leggen waardoor het gras bederft’. Ook kunnen de ingezetenen van de buurtschappen ‘hun eigen vee niet ter weide ‘drijven’.  Maar de overlast zou worden veroorzaakt door de aalstallen. Deze stallen, nauwelijks 11 of 12 voet ‘wijd’ (breed) zijn het die de afloop van het water benauwen en beletten. En om hun vis tegen roofvogels en dieren te beschermen werden er veel bomen aan de rivier geplant die boven het water en de stal hingen. Dit was voor de schippers zogezegd een hele opgave om hierlangs te zeilen.

 

Konden deze boeren dan zomaar daar die aalstallen en visvijvers maken in de Aa en Regge? Ja is het simpele antwoord. Omdat de boeren al eeuwen in het bezit waren van deze rechten om hier hun ‘aal dat is paling te vangen’. Elke aalstal was afgezet met palen zodat men wist van wie welke aalstal was en tot aan waar deze grensde. Elk deel van de Aa-stoom had zijn eigen naam waarin dan de boeren hun stal hadden gemaakt.

 

Wordt vervolgt. Herbert Stegeman

 

 

Foto-onderschrift foto 1. Marie Westerink – Lammertink

Foto-onderschrift foto 2. Een voorbeeld van een nog bestaande aalstal in de Reest bij Ijhorst.