Hier treft u een verzameling verhalen welke o.a. ook gepubliceerd zijn geweest in het weekkrantje 'De Wiezer'. Het nieuwste verhaal staat bovenaan en voor de oudere verhalen verwijzen wij u naar Mijnstadmijndorp. Veel leesplezier!
Denkend aan vroeger!
We schrijven het jaar 1960. Ja klopt, de vorige eeuw, toen ik nog bezig was te worden, immers, van zijn was nog geen sprake. Niet zomaar een datum trouwens, die dertiende van de maand februari. Mijn geboorte dag. De dag na die dag mocht ik de rijkdom, die ik van af die dertiende mijn eigendom mocht noemen, meenemen naar school. Een Dinky-toy, in de vorm van een ziekenauto. Een prachtig modelletje van de Chevrolet Impala die speciaal voor dat doel was aangepast. De wielen konden sturen, als je op de linker of rechter voorkant duwde, tijdens het voortgaan. De achterklep kon echt open, voorin zat een chauffeur en in het achter interieur zat een ziekenbroeder bij het hoofdeinde van een brancard, waar een heuse patiënt op lag. Boven op het modelletje zat een mooi rood zwaailicht, gewoon een rood plastic knopje was het, maar in mijn altijd rijke verbeelding, zwaaide dat lampje echt… en trouwens, ook de sirene was natuurlijk een product dat door mijn eigen keel veroorzaakt werd, dus ook dat werkte, echt! Nog echter, ik mocht die maandag op de eerste schooldag van de week, mijn mooie auto mee nemen naar school. Hoewel alleen ik hem mocht besturen, reed hij wat later, nog voor de school ‘aan’ ging, in het gele stukje zand, dat daar kennelijk als een soort zandbakje in een hoekje zonder straatstenen, bijeen geveegd was. Die dag stond de auto stijf naast de inktpot op mijn tafeltje en zelfs juffrouw van Dungen, waar we dat eerste schooljaar les van kregen, had een ruime belangstelling en dus even ruime aandacht voor mijn ambulance.
Het werd een klassengesprek, al leerde ik pas veel later wat dat was. Over waar ambulances zoal voor waren bedoeld en welke mensen er op zo’n brancard terecht kwamen en wie er allemaal nodig waren op een ambulance en waarom er eigenlijke zwaailicht op zat en meer informatie waar ik natuurlijk trots mijn steentje aan mocht bijdragen, als ik dat niet al gedaan had met het naar school brengen van mijn Dinky toy. We schrijven augustus 2023, in mijn rariteiten kabinet ( ik noem het liever, mijn verhalenkast) prijkt nog steeds die inmiddels behoorlijk gehavende Chevrolet Impala. Vierenzestig jaar oud. Het koetswerk laat op veel plekken van het weggesleten wit, de onderliggende metaallegering zien, waar dit soort modelletjes toen nog van werden gemaakt. De grote achterklep is er af, je kijkt zo in het interieur van de ziekenauto waar de ambulance broeder nog steeds gebogen zit over de lege plek, waar eerder het hoofd van de patiënt was op zijn brancard. Hij is, vrees ik, voor de eeuwigheid verloren gegaan. Het zwaailicht zwaait niet meer maar de opening in het dak, waar het rode knopje door stak, is nog steeds te vinden. Echter, de ambulance, hoe gehavend ook, heeft nog steeds een ereplaatsje tussen de handvol overige modellen, die in de vertelkast te vinden zijn. Misschien goed voor nog eens, een ander verhaal.
En als ik heel goed luister hoor ik nog die lieve stem van Juffrouw van Dungen. Ik weet dat ze later trouwde met meester de Graaf, een sympathieke bullebak met het hart op de juiste plek. Juffrouw van Dungen, later aan een rolstoel gekluisterd, is veel te jong overleden. Wellicht net als de patiënt uit mijn ambulance. Maar ik weet, vanaf klas één, wat er zoal met een ambulance gedaan kan worden. Het heeft me geholpen diep ontzag te hebben voor de mensen die op zo ’n auto werken.
Johan Bakker.
Foto-onderschrift foto 1 : Oud Wierdenaar Johan bakker
Foto-onderschrift foto 2: De Dinky toy Ambulance van het merk Chevrolet Impala.